VONdsel #34: Soepel?
‘En? hoe gaat het op school?’ ‘Soepel!’, is het enthousiaste antwoord. Gerard kijkt me blij aan. Even ben ik geneigd tevreden te knikken en door te gaan naar de plannen voor deze week. Maar toch…..
‘Kun je wat meer vertellen over soepel?’, vraag ik. Verbaasd kijkt Gerard me aan. ‘Nou ik heb voor wiskunde een 7.3 gehaald, voor Engels een 8.1, voor Duits een 4.8 en voor Nederlands een 5.2.’
Ik reageer verrast ‘Wat bedoel je dan met soepel?’ ‘Nou’, zegt Gerard, ‘het is een lekker vloeiende curve, soms voldoende, soms onvoldoende.’ Om met een zucht te constateren, ‘o maar nu heb ik ook een 4.9 voor aardrijkskunde’.
Taal kan ons zomaar op het verkeerde been zetten. De betekenis van woorden lijkt helder. Toch blijkt regelmatig dat mijn interpretatie van een woord net anders is dan die van een ander. De oorzaak is vaak te vinden in de omgeving en tijd waarin iemand opgroeit. Op bekende woorden, zoals vet en lauw ben je wel bedacht. Vooral omdat je zelf doorhebt dat ze in jouw betekenis niet goed in de context passen (een lauw feest heeft vast niets met de kamertemperatuur te maken). Maar er zijn dus ook veel persoonlijke nuanceringen mogelijk. Als je hier niet alert op bent mis je zomaar signalen.
In coaching is het heel belangrijk dat je goed begrijpt wat de ander beweegt. Wees daarom alert, nieuwsgierig en stel checkvragen. Door regelmatig te parafraseren voorkom je dat je gesprek een ondervraging wordt.
Voor mij was bovenstaand gesprek weer een goede reminder om mijn gesprekstechniek weer op te poetsen. Hoe zit het met jou?